Artikel 137
1.
De wet verklaart, dat
een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal
worden genomen.
2.
De Tweede Kamer kan, al
dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel,
een voorstel voor zodanige wet splitsen.
3.
Na de bekendmaking van
de wet, bedoeld in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden.
4.
Nadat de nieuwe Tweede
Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot
verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten
minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
5.
De Tweede Kamer kan, al
dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten
minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen een voorstel tot
verandering splitsen.
Artikel 138
1. Voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de
Grondwet door de Koning worden bekrachtigd, kunnen bij de wet:
a.
de aangenomen
voorstellen en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet voor zoveel
nodig aan elkaar worden aangepast;
b.
de indeling in en de
plaats van hoofdstukken, paragrafen en artikelen, alsmede de opschriften worden
gewijzigd.
2. Een voorstel van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid,
onder a, kunnen de kamers alleen aannemen met ten minste twee derden van het
aantal uitgebrachte stemmen.
Artikel 139
De veranderingen in de Grondwet, door de Staten‑Generaal aangenomen en door de
Koning bekrachtigd, treden terstond in werking, nadat zij zijn bekendgemaakt.
Artikel 140
Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een
verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor overeenkomstig
de Grondwet een voorziening is getroffen.
Artikel 141
De tekst van de herziene Grondwet wordt bij koninklijk besluit bekendgemaakt,
waarbij hoofdstukken, paragrafen en artikelen kunnen worden vernummerd en
verwijzingen dienovereenkomstig kunnen worden veranderd.
Artikel 142
De Grondwet kan bij de wet met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
in overeenstemming worden gebracht. De artikelen 139, 140 en 141 zijn van
overeenkomstige toepassing.