•
Nederland wil koploper in Europa zijn bij het tegengaan van de opwarming
van de aarde. Om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn,
scherpen we het doel voor 2030 in de Klimaatwet aan tot tenminste 55%
CO2 reductie. We committeren ons hard aan dit doel en zullen
indien nodig extra stappen zetten om dit te realiseren. Om dit doel ook
zeker te halen, spreken we af om ons in het beleid te richten op een
hogere opgave, wat neerkomt op circa 60% in 2030.
• Ook
na 2030 is het nodig om ambitieus door te gaan met CO2
reductie. We zetten in op een reductie van 70% in 2035 en 80% in 2040.
Om dit te kunnen realiseren, treffen we in deze kabinetsperiode
voorbereidingen voor het invoeren van een systeem van betalen naar
gebruik in de automobiliteit in 2030 en voor de bouw van nieuwe
kerncentrales. Ook maken we in deze kabinetsperiode onze
energie-netwerken toekomstbestendig.
• In de
bijlage is de verdeling over de sectoren van de extra
emissiereductie voor 2030 opgenomen. Deze verdeling is
indicatief, evenals de kosten en opbrengsten. Het is aan het kabinet om
te komen tot een integraal pakket dat tot voldoende reductie leidt en
oog heeft voor weglekeffecten, uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit en
het verdienvermogen van Nederland. Daarvoor zullen ook o.a. de
planbureaus worden ingeschakeld, zodat geactualiseerde doorrekeningen
kunnen worden gemaakt.
• Er komt
een minister voor Klimaat en Energie die regie voert
over het beleid en het klimaatfonds. We versterken de uitvoeringskracht
van het Rijk en de medeoverheden om de transitie te kunnen uitvoeren.
Een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad (zoals in het Verenigd
Koninkrijk) beoordeelt het beleid en adviseert erover. Met een
generatietoets borgen we dat het beleid ontwikkeld wordt vanuit een
brede-welvaartsbenadering. We betrekken burgers actief bij het
klimaatbeleid.
• Een
klimaat- en transitiefonds van €35 mrd voor de komende
10 jaar, aanvullend op de huidige
Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++, helpt
om de benodigde energie-infrastructuur (elektriciteit, warmte, waterstof
en CO2) aan te leggen, de groene industriepolitiek te
verwezenlijken en de mobiliteit en de gebouwde omgeving te verduurzamen
.
• De
procedures voor de realisatie van nieuwe grootschalige
energie-infrastructurele projecten die van nationaal belang zijn, gaan
te traag. We brengen daarin versnelling aan door een aanpak zoals in de
Crisis- en Herstelwet (Chw).
• Na
vaststelling van het “Fit for 55”-pakket door de Europese Unie (EU)
wordt het klimaatbeleid herijkt aan de hand van de
verwachte effecten op CO2-uitstoot en de betaalbaarheid voor huishoudens
en het mkb.
• Een
randvoorwaarde voor een ambitieus klimaatbeleid is het hebben van
voldoende vakmensen, nu maar ook op weg naar 2050. We
gaan met onderwijsinstellingen, overheden, en sociale partners aan de
slag om vakmensen op te leiden en, waar nodig, om of bij te scholen.