Versterken van democratische instituties

•       We willen een duidelijker scheiding tussen Kamer en kabinet. We willen de controlerende en wetgevende rol van de Kamer versterken  Wij willen constructief samenwerken met partijen die verantwoordelijkheid willen nemen en zullen deze samenwerking actief opzoeken. Daarbij voeren we op een open en respectvolle manier het debat.
•       We versterken de positie van de Tweede Kamer door aanvullend op de Jetten-gelden (Kamerstuk 35300, nr. 19) de structurele financiering van onder meer de Griffie, dienst Analyse en Onderzoek en bureau Wetgeving te versterken.
•       We vragen het kabinet voorstellen te doen om de informatievoorziening aan de Kamer te verbeteren en, indien nodig, de openbaarheid van stukken te verruimen. Er komt meer ruimte voor feitelijke informatie-uitwisseling tussen ambtenaren en Kamerleden. De Archiefwet wordt herzien en consistent geïmplementeerd bij alle departementen en uitvoeringsorganisaties.
•       We zorgen dat toezichthouders als de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer en het Adviescollege Toetsing Regeldruk en de inspecties extra middelen krijgen om hun taken goed te kunnen uitvoeren.  
•       Bij benoemingen van topambtenaren via de Algemene Bestuursdienst wordt domeinspecifieke expertise nadrukkelijker van belang, waarbij ook de roulatiesnelheid  wordt verlaagd.
•       We zorgen voor een betere borging van de onafhankelijkheid van inspecties.  Het kabinet zal daartoe een voorstel uitwerken voor een Wet op de rijksinspecties.  
•       De door het kabinet aan de Raad van State en de Kamers voorgelegde voorstellen ter uitvoering van de staatscommissie Parlementair stelsel (commissie-Remkes), worden (verder) in behandeling genomen.  
•       We nemen de uitwerking van constitutionele toetsing ter hand, in lijn met het advies van de staatscommissie Parlementair stelsel, waarbij we kijken welke vormgeving het best aansluit bij het Nederlandse rechtssysteem.  
•       We bezinnen ons op de positie van het lokale bestuur en de positie van de burgemeester daarbinnen om het toekomstbestendig te maken.  
•       Wanneer het algemeen belang dit noodzakelijk maakt, zal het kabinet, met inachtneming van de lokale autonomie en passende waarborgen, gebruik maken van de mogelijkheid een aanwijzing te geven aan de medeoverheden.  
•       Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de OZB en MRB in de beschouwing betrokken. In de huidige kabinetsperiode zal de financiering van de medeoverheden grotendeels worden vormgegeven via de accres systematiek.  
•       Daarnaast wordt de oploop van de opschalingskorting deze kabinetsperiode geschrapt, krijgen de medeoverheden via een specifieke uitkering middelen voor de uitvoering van het klimaatbeleid, en wordt in lijn met de uitspraak van de commissie van wijzen additionele financiering voor jeugdzorg beschikbaar gesteld. Vanaf 2024 worden in aanvulling op de huidige hervormingsagenda extra beleidsmaatregelen in de jeugdzorg genomen. Daarbij kan gedacht worden aan (een combinatie van) normeren van de behandelduur of het introduceren van een eigen bijdrage.