Financieel overzicht 

Dit kabinet kiest ervoor om grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken op het gebied van stikstof, klimaat, (achterstallig) onderhoud en woningbouw. Daarnaast investeert de coalitie in een kansrijke start (onderwijs en kinderopvang), bestaanszekerheid en middeninkomens. Ook trekt de coalitie extra geld uit voor een sterke en dienstbare overheid, waarbij de burger centraal staat. De coalitie besteedt extra middelen aan pandemische paraatheid. Tegelijk, met het oog op de lange termijn gezondheid van de overheidsfinanciën, neemt de coalitie maatregelen om de sterk groeiende zorguitgaven af te vlakken. 
 
De coalitie investeert verder in veiligheid, zowel nationaal als internationaal. Met de extra intensiveringen in defensie brengen we de defensie-uitgaven op het EU-NAVO-gemiddelde. Deze coalitie gebruikt daarnaast de middelen uit het Europees herstelfonds ter financiering van de plannen uit onder meer dit coalitieakkoord. De coalitie verhoogt de lasten gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl, vergroening en het tegengaan van belastingontwijking en verlaagt die gericht, met name voor lage- en middeninkomens, werkenden en gezinnen. 

Toelichting
Hieronder volgt de tabel die de inspanning van de coalitie voor het klimaat inzichtelijk maakt. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de klimaatmaatregelen uit het Coalitieakkoord. Dit is een indicatieve eerste inschatting van het mogelijke CO2-effect, een doorrekening van het PBL is nodig. De waardes in de tabel geven een bandbreedte weer van het mogelijke effect. Een verdere invulling van de maatregelen is nodig. Het klimaatpakket zal in samenhang moeten worden doorgerekend door PBL voor een goede inschatting van de totale CO2-effecten. De uitgaven en lasten van de andere prioriteiten van het nieuwe kabinet, zoals daar zijn stikstof, infrastructuur, onderwijs, veiligheid en defensie zijn gedetailleerd terug te vinden in de budgettaire bijlage. 
 
Ook de verdeling over sectoren is indicatief. Het is aan het kabinet om te komen tot een integraal pakket dat tot voldoende reductie leidt en oog heeft voor weglekeffecten, uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit en het verdienvermogen van Nederland. 

in mln. + is saldoverslechterend   
          2022 2023 2024 2025 Struc 
           
I. Democratische rechtsorde  1.803 5.014 6.071 6.138 2.011
a.  Overheid op orde  722 1.224 1.294 1.294 681
b.  Medeoverheden  1.050 3.749 4.731 4.814 1.300
c.  Caribisch Nederland  31 41 46 30 30
II. Duurzaam land  405 4.167 7.258 9.724 3.265
d.  Stikstoffonds (25 mld. t/m 2035 w.v. 20 mld. t/m 2030)     700 1.300 1.500 0
e1.  Klimaat- en transitiefonds (35 mld. t/m 2030)      800 1.980 3.310 0
e2.  Klimaatuitgaven overig     12 78 94 55
f.  Afschaffen verhuurderheffing     470 900 1.420 1.710
g.  Infrastructuur (w.o. water)  405 2.185 3.000 3.400 1.500
III. Veiligheid en sterke samenleving  220 640 960 1.100 1.000
h.  Veiligheid  220 640 960 1.100 1.000
IV. Bestaanszekerheid en kansengelijkheid  2.450 7.069 9.970 11.713 12.237
i.  Onderwijs, cultuur en wetenschap  2.250 2.770 4.300 4.200 3.700
j.  Invoering studiebeurs (afschaffen leenstelsel)  5 590 610 180 1.000
k.  Kinderopvang werkenden (afschaffen Kinderopvangtoeslag)  19 59 224 1.716 2.249
l.  Verhogen WML (en vereenvoudiging huurtoeslag)        900 1.400 1.400
m.   Lastenverlichting middeninkomens     3.000 3.000 3.000 3.000
n.  Arbeidsmarkt (w.o. armoede en schulden)  176 650 936 1.217 888
V. Welvarend land  50 250 300 300 0
o.  Regiodeals  50 250 300 300 0
VI. Gezondheid  785 1.495 1.226 42 -4.519
p1.  Zorg  545 1.195 866 -268 -4.819
p2.  Intensivering pandemische paraatheid  240 300 360 310 300
VII. Internationaal  821 2.233 4.444 4.756 3.556
           
           
q.  Defensie  500 1.900 4.100 4.200 3.000
r.  Ontwikkelingssamenwerking en internationaal  321 333 344 556 556
Overig  8 -3.595 -3.970 -4.241 -4.240
s.  Inzet Europees herstelfonds (RRF)     -1.500 -1.500 -1.500 0
t.  Lasten  8 -2.095 -2.470 -2.741 -4.240
Totaal   6.541 17.273 26.259 29.532 13.310
EMU-saldo[1]  -3,20% -2,30% -2,40% -2,50%   
EMU-schuld  58,60% 59,00% 59,60% 60,40%   
Onderliggend saldo (doel coalitie)[2]              -1,75%
   
[1] Voor de kabinetsperiode is gerekend met een inverdieneffect van 42%.
[2] Met een saldo van -1,75% stabiliseert de schuld op 60% van het bbp. Veronderstellingen daarbij zijn een rente van 0% en een nominale groei van het bbp van 3%. 
[kunnen krijgen van het totale CO2-effect.
 
 
Toelichting
Hieronder volgt de tabel die de inspanning van de coalitie voor het klimaat inzichtelijk maakt. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de klimaatmaatregelen uit het Coalitieakkoord. Dit is een indicatieve eerste inschatting van het mogelijke CO2-effect, een doorrekening van het PBL is nodig. De waardes in de tabel geven een bandbreedte weer van het mogelijke effect. Een verdere invulling van de maatregelen is nodig. Het klimaatpakket zal in samenhang moeten worden doorgerekend door PBL voor een goede inschatting van de totale CO2-effecten. De uitgaven en lasten van de andere prioriteiten van het nieuwe kabinet, zoals daar zijn stikstof, infrastructuur, onderwijs, veiligheid en defensie zijn gedetailleerd terug te vinden in de budgettaire bijlage. 
 
Ook de verdeling over sectoren is indicatief. Het is aan het kabinet om te komen tot een integraal pakket dat tot voldoende reductie leidt en oog heeft voor weglekeffecten, uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit en het verdienvermogen van Nederland. 
 
Maatregel   Bandbreedte Mton (laaghoog) (indicatief, 2030)  2022 2023 2024 2025 Struc  Cum 
  -2030
Elektriciteitssector   0,5 2    100 300 400 0 6.000
Uitgaven                 
1.  Subsidieregeling CO2-vrije gascentrales (F)  0,5 2    50 100 150 0 1.000
2.  Bouw kerncentrales (cumulatief 5 mld) (F)           50 200 250 0 5.000
                   
Industrie  5 6    -26 -61 -138 -128 -864
Uitgaven                         
3.  Toezicht en handhaving energiebesparingsplicht   0,1 0,5    0 0 0 14 56
4.  Stimuleringsprogramma ontwikkeling en opschaling recycling  0,1 0,1    7 8 9 7 70
5a.  Verplicht percentage recyclaat in bouwmaterialen   0,15 0,3    3 4 4 3 30
5b.  Circulaire ketenprojecten  0,01 0,01    2 2 2 2 16
6.  CCS  0 0    0 0 0 0 0
Inkomsten                         
7.  Aanscherpen CO2-heffing industrie   4 4    0 0 0 0 0
7a.  Oplopende CO2 minimumprijs (een bodemprijs; geen vlakke heffing)  0 0    0 0 0 0 0
8a.  Tariefstructuur energiebelasting EB (Fit for 55) (gas en elektra)  0,5 0,5    -250 -500 -500 -500 -3.750
8b.  Verlagen tarief ODE 2e en 3e schijf (elektra)  0 0    288 500 500 500 3.788
8c  Gebruik envelop motie Hermans (75 mln)  0 0    -75 -75 -75 -75 -600
9.  Afschaffen vrijstellingen EB – mineralogische en metallurgische procedés  0,1 0,5          -78 -79 -473
Gebouwde omgeving  7 7    247 635 1.254 637 11.120
Uitgaven                         
10.  Stimulering hybride warmtepompen (150.000 p/j) (F)  0,9 0,9    0 0 150 0 900
11.  Nationaal isolatieprogramma (F)  0 0    0 180 360 0 3.350
12.  Sneller naar isolatienorm huur (koppeling afsc. VHH)   1 1    0 0 0 0 0
13.  Verduurzaming maatschappelijk vastgoed (F)  1 1    0 100 330 0 2.750
14.  Energieprestatie-eisen nieuwbouw industrie   0,1 0,1    0 50 50 0 500
Inkomsten                         
15.  Schuif energiebelasting 1e schijf (van elektriciteit)  1,3 1,3    247 305 364 637 3.620
15a  L w.v. 1e schijf gas (+5,23 ct)            -227 -275 -320 -493 -3.043
15b  L w.v. 1e schijf elektriciteit (-5,23 ct)           474 580 684 1.130 6.663
16a  Bijmengverplichting groen gas (20%)   2,88 2,9    0 0 0 0 0
16b  Compensatie energierekening groen gas  0 0    225 225 225 225 1.800
16c  Gebruik envelop motie Hermans (225 mln)  0 0    -225 -225 -225 -225 -1.800
Landbouw en landgebruik  6 6    0 0 -145 -133 -836
Uitgaven                         
17 Stikstofpakket (kosten lopen elders mee)  5 5    0 0 0 0 0
Inkomsten                         
18a  L w.v. beperken inputvrijstelling WKK   1 1          -100 -100 -600
18b  L w.v. afschaffen verlaagd tarief glastuinbouw           -45 -33 -236
Mobiliteit  3 4    -400 -603 -722 -512 -5.097
Uitgaven                         
19 Vergroening personenvervoer en reisgedrag  0,3 0,5       14 29 29 265
Inkomsten                         
20 L w.v. MRB++ EV/Fossiel (km-stand)  2,5 2,5             0 0
21 Vrijstelling bpm bestelauto naar 0% in 2026  0,7 0,7       -217 -351 -141 -2162
22 Verhogen onbelaste reiskostenvergoeding (budgettaire reeks loopt mee met lastentabel)  -0,2 -0,2                  
23 Verhogen vliegbelasting (400 mln taakstellend)  0 0    -400 -400 -400 -400 -3200
Infrastructuur, innovatie en maatwerk  0 0    750 1.450 2.150 80 22.580
Uitgaven                         
24 22 mld voor 1) Subsidie vroege fase opschaling; 2) Investering infrastructuur (waterstof, warmte, laadinfra etc); 3) Bindende maatwerkafspraken industrie (groene industriepolitiek); incl stimuleren innovatie mkb  (F)           700 1.400 2.070 0 22.000
Inkomsten                         
25 Verhogen budget EIA  0,2 0,2    50 50 50 50 400
26 Verhogen budget MIA/VAMIL  0,3 0,3          30 30 180
                             
Overig  3 6    300 500 800 0 5.600
27 Doorwerking Fit-for-55 (EU)  1 2                  
28 Doorwerking klimaatakkoord + augustusbesluitvorming  2 4                  
29 Uitvoeringskosten medeoverheden en planbureaus           300 500 800    5.600
30 Loslaten koppeling SDE en ODE  0 0    0 0 0 0 0
Totaal  25,4 31    971 2.221 3.599 -56 38.504
[3] De afzonderlijke CO2-besparing van de individuele maatregelen kunnen niet zonder meer bij elkaar worden opgeteld, ook omdat de maatregelen op elkaar inwerken. Een doorrekening door PBL van het pakket in samenhang is nodig om een goede inschatting te kunnen krijgenvan het toale CO2-effect.