In 2013 wil de overheid fraude harder aanpakken. Bijvoorbeeld met de kinderopvangtoeslag. Dat is belastinggeld dat niet-rijke ouders krijgen om de crèche en buitenschoolse opvang te betalen. Best regelmatig regelen mensen die daar helemaal geen recht op hebben, toch zo'n toeslag voor zichzelf.
Het kabinet en de Belastingdienst hebben allebei een team opgericht om fraude beter te bestrijden.
Fase 1: Tienduizenden mensen bestempeld als fraudeur
In de jaren daarna worden tienduizenden mensen onterecht door de Belastingdienst bestempeld als fraudeur. Bijvoorbeeld omdat iemand per ongeluk geen bonnetje inlevert bij de Belastingdienst.
Ook geeft de Belastingdienst later toe dat het in die tijd deed aan etnisch profileren. Dat betekent dat mensen met twee nationaliteiten sneller als fraudeur werden gezien.
Als je als fraudeur wordt gezien, dan:
- Krijg je geen toeslagen meer.
- Moet je het geld dat je hebt gekregen terugbetalen.
- Heb je geen recht op een betalingsregeling. Zo'n betalingsregeling maakt het makkelijker om geld terug te betalen aan de overheid. Bijvoorbeeld omdat je langer de tijd krijgt.
Fase 2: Mensen in geldnood (en niemand luistert)
Veel mensen krijgen daardoor schulden. Ze kunnen bijvoorbeeld de toeslag niet in een keer terugbetalen. Sommigen krijgen ook andere problemen. Ze verliezen bijvoorbeeld hun huis, hun baan, of hun geliefde.
Jarenlang proberen mensen de fout van de overheid aan te kaarten. Maar er wordt niet geluisterd. Zelfs een kritisch rapport van de Ombudsman in 2017 helpt weinig.
Fase 3: De zaak komt eindelijk aan het licht
Dat verandert als in 2018 RTL Nieuws en de krant Trouw over de zaak berichten. Onder andere staatssecretaris van Financiën Menno Snel neemt ontslag. En minister van Financiën Wopke Hoekstra doet aangifte tegen de Belastingdienst.
De overheid stelt ook een speciaal onderzoek in naar de zaak. Dat gaat een parlementaire commissie doen. Die ondervraagt ambtenaren en politici over hun rol in de zaak. December 2020 verschijnt hun rapport Ongekend Onrecht.
In het rapport Ongekend Onrecht staat dat:
- Kabinetsleden, Tweede Kamerleden, het ministerie van Financiën en de Belastingdienst niet goed hebben gehandeld.
- De commissie vindt dat mensen oneerlijk zijn behandeld. Er is te hard opgetreden tegen de zogenaamde 'fraudeurs'. Jarenlang werd er niet goed naar hun klachten geluisterd.
- De Belastingdienst verzweeg informatie tegen de politiek, de commissie en de slachtoffers.
Fase 4: Slachtoffers krijgen geld (en het kabinet stopt)
De slachtoffers krijgen een schadevergoeding van 30.000 euro per persoon. Uiteraard hoeven ze ook niet voor de rechter te komen.
Ook politiek zijn er gevolgen. Op 14 januari laat PvdA'er Lodewijk Asscher weten dat hij stopt met de politiek. Hij was tijdens de affaire minister van Sociale Zaken.
Een dag later treedt het hele kabinet af vanwege de zaak, als teken dat de ministers en staatssecretarissen slecht werk hebben verricht. Dat betekent niet dat ze helemaal weg zijn. Ze worden demissionair. Tot er een volgend kabinet is, nemen ze alleen nog besluiten over dingen die niet kunnen wachten. Corona bijvoorbeeld.
Inmiddels is bekend
dat de slachtoffers hun schulden niet hoeven terug te betalen.
Maar nog steeds is niet alles goed geregeld door de overheid.
Sommige mensen hebben nog altijd geldproblemen.