Te veel van het goede: stikstof als gif
Economisch is dit allemaal volkomen te begrijpen. Maar ecologisch is de trein al lang geleden ontspoord.
Want al die stikstof die het vee opeet, gaat niet alleen zitten in melk en bieflapjes. Ruim twee keer zo veel stikstof komt als mest naar buiten. 
De landbouw genereerde economische groei door nieuwe bronnen van stikstof aan te boren, maar vergat daarbij gemakshalve dat het verderop in de kringloop ophoopt. In nette bewoording: een mestoverschot. 
Boeren proberen hun mest kwijt te raken door er zo veel mogelijk van in de grond te injecteren – uitstrooien is verboden omdat er dan veel meer stikstof in de vorm van ammoniak de lucht in gaat. Die ingespoten mest komt deels ten goede aan de plantengroei, maar 
Dit wordt stikstofefficiëntie genoemd. Die is volgens de cijfers tussen 1990 en 2019 toegenomen van 30 procent naar 50 procent. Maar dat is deels door het verplaatsen van de teelt van veevoer naar het buitenland. Daar wordt de efficiëntie natuurlijk niet hoger van – de uitstoot van stikstof is alleen verplaatst naar het buitenland.
De bodem bevat nu op veel plekken zo veel stikstof dat die giftig is geworden voor veel planten. Niet alleen op de akkers en weilanden, ook in de gebieden eromheen, omdat stikstof uit de landbouw ook daar terechtkomt. Zo werd het ecosysteem langzaam maar zeker onleefbaar voor veel Nederlandse wilde plantensoorten – en daarmee ook voor de dieren die ze nodig hebben.
Volgens het CBS verdween sinds 1900 niet minder dan 80 procent van alle graslandvlinders en 85 procent van alle 
De weidenatuur vol grutto’s, kieviten en kemphanen, vlinders, hommels en bijen, ratelaar, koekoeksbloem en orchidee, eeuwenlang de trots van ons land, is vrijwel verdwenen.
Zo veel verlies, maar de opbrengsten werden er niet minder om. Boeren zorgen nog steeds voor de natuur, opdat ze oogsten.