Een nieuwe grondstof
En na de Tweede Wereldoorlog raakte er nog een andere methode in zwang om de productiviteit van de landbouw te verhogen: stikstof fixeren met fossiele brandstof. Oftewel: kunstmest.
Met behulp van grote hoeveelheden aardgas halen kunstmestfabrieken stikstof uit de lucht, en maken er kunstmest van. Wonderkorrels, waardoor gewassen sneller gaan groeien. 
Boeren mogen maar een beperkte hoeveelheid mest in hun land spuiten wegens fosfaatvervuiling. Dat vullen ze aan met kunstmest.
Boeren in Nederland hebben vooralsnog een uitzonderingspositie in de Europese Unie: ze mogen meer mest op het land brengen. Dat wordt derogatie genoemd. Die regeling komt binnenkort ten einde. Daardoor zal het mestoverschot waarschijnlijk toenemen, én zullen boeren nog meer kunstmest moeten gebruiken.
Van nature leggen bodembacteriën stikstof vast uit de lucht. Nu worden er via kunstmest onophoudelijk enorme nieuwe hoeveelheden stikstof aan het Nederlandse ecosysteem toegevoegd. Dat gebeurt door het op grasland te strooien, en er veevoer mee te kweken.
De belangrijkste reden waarom er zo veel snijmais staat in Nederland is omdat het als een raket groeit op grote hoeveelheden kunstmest.
Veel akkerbouw is ervoor verdwenen.
Maar de grootste toevoer van stikstof uit kunstmest is indirect,  namelijk door de import van veevoer, dat in het buitenland is gekweekt met behulp van die wonderkorrels. Graan uit Oekraïne, palmpitschilfers uit Indonesië, sojaschroot uit Brazilië. Wondervoer, waardoor melkkoeien – mede door een fokprogramma om ze er optimaal op aan te passen – nu ongekende hoeveelheden melk geven.
Zo kan het dat Nederland nu genoeg voer heeft voor de hoogste veedichtheid ter wereld.