Het kán: de stikstofcrisis oplossen en de landbouw perspectief geven

Wie de landbouw puur economisch benadert, vergeet waar het in de eerste plaats om draait: voedsel. Boeren zetten de natuur naar hun hand, zodat iedereen te eten heeft. De enige serieuze toekomst voor de landbouw is er een waarin dat inzicht centraal staat.
Zo’n 48 procent  van Nederland bestaat uit eentonig grasland en snijmais.  Eten voor koeien. Wat is de waarde van de Nederlandse landbouw dat we er zo veel ruimte voor opgeven?
Veebedrijven genereerden in 2021 0,3 procent van het bbp. De toegevoegde waarde van de Nederlandse landbouw als geheel kwam in 2021 op 1,5 procent van het bbp – 4,1 procent als je de industrie en handel eromheen meerekent.  Vergelijkbaar met de sector cultuur en media.   
Daartegenover staat continu gelazer met de milieu- en natuurwetgeving. En dat terwijl de samenleving juist veel mínder vlees en zuivel zou moeten consumeren, voor zowel onze gezondheid als het klimaat en de biodiversiteit. 
Naast het verdwijnen van planten en dieren, en een flinke bijdrage aan klimaatverandering,  worden de kosten van binnenlandse milieuschade door intensieve landbouw geschat op zo’n 6,5 miljard euro per jaar.  Denk bijvoorbeeld aan het reinigen van drinkwater en het herstellen van natuurgebieden.

Als je het zo bekijkt, hadden we dat hele gehannes met weilanden en koeien beter gisteren kunnen opdoeken dan vandaag.
Dan is het niet zo gek dat de helft van de 24,3 miljard euro die voor de komende tien jaar is uitgetrokken voor het oplossen van de stikstofcrisis, zo’n 13 miljard euro,  gaat naar het opdoeken van landbouwbedrijven.

Maar wie de waarde van de landbouw in de eerste plaats afmeet aan zijn aandeel in het bbp, is vergeten waar het om draait: voedsel. Boeren zetten de natuur naar hun hand, zodat iedereen te eten heeft.
De enige serieuze toekomst voor de Nederlandse landbouw is een toekomst waarin dat inzicht centraal staat.