Wat doet de overheid nu? Nog een schepje
erbovenop
Dat al die mest een probleem vormt, is niet een nieuw inzicht. Al inde
jaren tachtig boog de landelijke politiek zich over het mestoverschot, dat toen
medeveroorzaker was – en nog steeds is – van‘zure
regen’.Toen
al werd er gewaarschuwd voor de noodzaak omminder
dieren te houden.Jelmer
Mommers schreef hier onlangs over.Sindsdien
staat Nederland volgens Den Haag onophoudelijk aan de vooravond van een
transitie naar duurzame landbouw. De vorige minister van Landbouw,
Carola Schouten (ChristenUnie), werkte aan de omslag naar‘kringlooplandbouw’.
De totale mestproductie is in de afgelopen twintig jaarniet
meer afgenomen,en
de gevolgen van stikstofvervuiling zijn blijven groeien. Alle mooie
woorden ten spijt, en ondanksde
lange geschiedenisLees
meer over deze geschiedenis in dit stuk van Jelmer Mommers.van
berispingen door de Europese Unie en de rechter, is er aan de kern van
het beleid niets veranderd. De economische verdienstelijkheid van de
landbouw is al die tijd voorop blijven staan
Ook de huidige minister van Landbouw, Henk Staghouwer (ChristenUnie),
heeft het over ‘de noodzakelijke transitie naar kringlooplandbouw’. Maar
net als in het verleden richt de overheid zich ook nu op het verminderen
van het aantal bedrijven, en op technologische oplossingen om de
stikstofuitstoot van de overblijvers te beperken.
Van de 24,3 miljard die de komende tien jaar vrijkomt voor het
stikstofprobleem, is tot nu toe slechts een paar procent bestemd voor
‘natuurinclusieve’ landbouw. Het plan is dat een klein deel van de
boerenbedrijven, die daar bovendien zelf voor kiezen, wordt geholpen bij
de transitie naar landbouw met structureel minder input.
Andere bedrijven krijgen subsidies om met technologische aanpassingen
hun uitstoot te verminderen. Innovatieveluchtwassers
in stallen,en
geavanceerde stalvloeren waarin poep en plas enigszins wordengescheiden.Dat
geeft minder stikstofuitstoot per kilo biefstuk en per liter melk – al
blijft onduidelijkhoeveel
precies.De
Volkskrant: ‘RIVM: “duurzame” innovaties tegen stikstof uit veestallen
werken veel slechter dan aangenomen’.Maar
het zorgt niet voor minder afhankelijkheid van buitenlandse
veevoerproductie en fossiele brandstof, of een andere omgang met de
natuur. Het doel ervan is om zo veel mogelijk te kunnen blijven
produceren zonder de Europese natuurwet te overtreden.
Nóg minder boeren dus, die nóg efficiënter voedsel voor de wereldmarkt
gaan produceren. En boeren moeten nóg meer lenen bij de bank, omdat
subsidies nooit alle kosten dekken. En dat betekent nóg meer produceren
om de kosten te dekken. Economische groei.
Geen breuk met de economische benadering die in de eerste plaats tot het
stikstofprobleem heeft geleid, maar een voortzetting ervan. Niets zorgt
ervoor dat de landbouw straks niet opnieuw aanloopt tegen wettelijke
grenzen, en weer moet krimpen.