Nederlandse regering wil alle transacties boven €100 monitoren
 
Frank KnopersBron:



Economisch Nieuws
  Frank Knopers   Economisch Nieuws
 De Nederlandse regering heeft een nieuw wetsvoorstel ingediend dat banken meer mogelijkheden geeft om fraude en witwassen op te sporen. Onderdeel van het voorstel is het centraal monitoren van alle banktransacties van meer dan €100, zodat banken sneller informatie kunnen uitwisselen bij verdachte transacties. Ook wil de regering het maximumbedrag voor contante betalingen verlagen, van €10.000 naar €3.000 per transactie. Daardoor wordt het moeilijker gemaakt om grote bedragen met contanten te betalen. Wat betekent dit voor uw privacy en voor het betalingsverkeer?
 Dit nieuwe wetsvoorstel werd op 21 oktober door minister van Financiën Sigrid Kaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Met dit nieuwe voorstel wil de regering alle banktransacties boven de €100 gecentraliseerd gaan monitoren, zodat banken geen dubbel werk hoeven te doen en het makkelijker wordt om fraude en witwassen op te sporen. Deze databank zal naast transacties en IBAN nummers ook beschikbare Burgerservicenummers bevatten. Door algoritmes los te laten op deze databank kunnen banken effectiever onderzoek doen naar verdachte transacties.

 Aantasting privacy en grondrechten
 Met dit nieuwe wetsvoorstel krijgen banken meer instrumenten om transacties te controleren en wordt het dus moeilijker om contante betalingen te doen. 'Het betekent een inbreuk op de bescherming en vertrouwelijkheid van klantgegevens', zo schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens in uitgebreide reactie op het wetsvoorstel. 'In essentie komt het neer op een bancaire sleepwet.'
 Banken moeten nu al uitgebreid klantonderzoek doen en controles uitvoeren op het moment dat er een verdenking is van witwassen of terrorismefinanciering. Ongebruikelijke transacties moeten banken nu al melden bij de autoriteiten. Met dit nieuwe wetsvoorstel wordt dit principe nog verder opgerekt, want dan worden standaard alle betalingen boven de €100 van alle klanten geregistreerd. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens kan een onterechte verdenking onder dit nieuwe systeem tot gevolg hebben dat klanten van alle banken tegelijk uitgesloten worden en daardoor hun toegang tot een betaalrekening verliezen.
 Critici waarschuwen dat deze wetgeving uiteindelijk ook voor andere doelen gebruikt kan worden. Het is al eens voorgekomen dat klanten werden uitgesloten vanwege bijvoorbeeld afwijkende politieke en maatschappelijke opvattingen. Denk aan de truckersprotesten in Canada begin dit jaar, waarbij de overheid via een noodwet alle Canadese banken verplichtte om bankrekeningen van mensen die geld hadden gedoneerd aan de demonstranten te blokkeren. En betaaldienst Paypal kwam onlangs in opspraak toen bekend werd dat mensen $2.500 boete konden krijgen voor het verspreiden van 'misleidende informatie'.
 
Financiële repressie in hogere versnelling
 Volgens voorstanders van deze wetgeving is het belangrijk dat banken de benodigde instrumenten hebben om witwassen en frauduleuze transacties op te sporen, maar critici waarschuwen voor de risico's. Bijvoorbeeld dat personen en organisaties met alternatieve politieke standpunten worden uitgesloten van het betalingsverkeer en daarmee niet meer aan het economische verkeer kunnen deelnemen. Zij vrezen dat in een wereld waarin contant geld langzaam verdwijnt het moeilijker wordt om te leven zonder bankrekening. Ook krijgt de overheid met de voorgestelde monitoring van alle banktransacties boven de €100 veel meer informatie over het doen en laten van mensen, wat wordt gezien als een fundamentele aantasting van de privacy. 
 "Goede wetgeving draagt bij aan het aanpakken van witwassen zonder onnodig de grondrechten van alle burgers in te perken. Dat is met dit voorstel zeker niet het geval. Mensen zijn onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Door iedereen standaard in de gaten te houden, wordt er aan dit fundamentele beginsel van de rechtsstaat getornd", aldus Katja Mur van de Autoriteit Persoonsgegevens. Ze voegt eraan toe: "Bovendien dreigt het gevaar van discriminatie en uitsluiting. We hebben eerder gezien dat algoritmes mensen kunnen stigmatiseren en in hokjes duwen. De vraag is of banken zich straks vooral gaan laten leiden door wat een computer ze vertelt."

Vermogens in kaart brengen
 Het plan om ook contante betalingen in te perken tot maximaal €3.000 wordt door tegenstanders van deze wetgeving gezien als een zorgwekkende ontwikkeling. Dit betekent namelijk dat het niet meer mogelijk is om grote aankopen te doen zonder dat dit geregistreerd kan worden door banken en in een database terechtkomt. Met het oog op de Noodwet Financieel verkeer uit 1978 en de nationalisatie van privaat goudbezit in de Verenigde Staten in 1933 is dat een zeer zorgwekkend vooruitzicht.
 Vorig jaar schreven we op Holland Gold al over het Europese voorstel voor een register om alle waardevolle bezittingen van Europese burgers te registreren. Daarin moeten niet alleen eigendommen in de vorm van onroerend goed, grond en aandelen worden opgenomen, maar ook bezittingen als edelmetalen, cryptomunten, sieraden, kunstwerken, auto's en boten. Volgens de Europese Commissie is een dergelijk register noodzakelijk om belastingontduiking en witwassen te voorkomen.
 Zoals de Autoriteit Persoonsgegevens concludeert wordt onze grondrechten almaar verder ingeperkt met dit nieuwe wetsvoorstel. Op het moment dat contant geld uit het straatbeeld verdwijnt worden burgers en bedrijven nog afhankelijker van banken en overheden om deel te kunnen nemen aan het economische verkeer. Of van centrale banken, als digitaal centralebankgeld de rol van munten en bankbiljetten gaat overnemen. Volgens Tweede Kamerlid Mahir Alkaya is het belangrijk dat we hierover een goed debat blijven voeren, zoals hij onlangs vertelde in dit gesprek bij Holland Gold.
 
Mahir Alkaya over de digitale euro en de strijd om ons geld
 
 De mogelijke introductie van een digitale euro vraagt om meer inspraak vanuit de politiek, omdat deze verandering een grote impact zal hebben op de samenleving en het bankenlandschap. Dat zegt Mahir Alkaya, Tweede Kamerlid van de SP en auteur van het boek 'Van wie wordt ons geld?' in gesprek met Holland Gold. Hij pleit voor meer betrokkenheid van de politiek in de ontwikkelingsfase van digitaal centralebankgeld. Dat is nodig om de anonimiteit en neutraliteit van dit digitale geld te kunnen waarborgen.
 Volgens Alkaya zijn banken in onze samenleving te machtig geworden, omdat ze al het digitale betalingsverkeer regelen en bijna al het spaargeld beheren. Er is een monocultuur ontstaan, waarin we als samenleving bijzonder afhankelijk zijn geworden van banken. Ze hebben een bijna onaantastbare machtspositie en weten dat de overheid altijd garant zal staan als dat nodig is. Een ongezonde situatie die in de toekomst moet veranderen, aldus Alkaya. En dat betekent dat we manieren moeten vinden om de machtspositie van banken te verkleinen.
 
Digitale euro of depositobank?
 Digitaal centralebankgeld kan volgens de politicus een middel zijn om dat doel te bereiken, op voorwaarde dat het de anonimiteit waarborgt en het niet programmeerbaar wordt. Dat laatste betekent dat overheden kunnen bepalen waar iemand het geld aan mag uitgeven en dus beperkingen kan opleggen aan het gebruik van geld. Dan zou namelijk een surveillancestaat kunnen ontstaan zoals we die kennen uit China. Ook moeten we voorkomen dat commerciële banken dan alsnog een rol gaan spelen in het uitrollen van de digitale euro, bijvoorbeeld als intermediair. Om die reden is het van groot belang dat volksvertegenwoordigers meer betrokken worden bij de ontwikkeling van digitaal centralebankgeld.
 Alkaya merkt op dat we niet eens een digitale euro nodig hebben als het gaat om het veiligstellen van spaargeld en het betalingsverkeer. Daarvoor zouden we volgens hem nog beter opnieuw kunnen kijken naar een soort publieke depositobank, waar mensen hun geld veilig en zonder risico geld kunnen stallen en betalingen kunnen doen. Dit geeft mensen meer vrijheid om te kiezen wat ze met hun geld willen doen. Spaarders kunnen het naar een commerciële bank brengen die het uitleent en daar rente over ontvangt, of ze kunnen het risicovrij en zonder rentevergoeding op een publieke depositobank parkeren.